vrijdag 24 augustus 2007

Naar Salvador (maandag 20 augustus)


Ondertussen ben ik sinds gisteren thuis gekomen, maar ik probeer toch nog wat verslag te geven van de laatste dagen.
Maandag mocht ik met de bisschop, dom Andre Dewitte, naar Salvador reizen.
Het was een zeer aangename tocht.
Het eerste deel van de reis (tot Feira de Santana) waren nog drie zusters mee van een Belgische congregatie (bisdom Namen) die in Ruy Barbosa op evangelisatie waren. Het waren jonge enthousiaste Braziliaanse zusters, die erg geïnteresseerd waren in de Belgische kerk. Ik probeerde zoveel mogelijk in het Portugees mee te spreken, zodat iedereen in het gesprek betrokken was.

Voor het tweede deel van de reis was ik met de bisschop alleen. We hadden het onderandere over de verschillen tussen de Braziliaanse en de Vlaamse kerk.
Beiden kunnen veel van elkaar leren.
Ik had het enkele dagen geleden in deze blog reeds over de volwassenencatechese.Deze is hier in Brazilië enorm goed georganiseerd. In Vlaanderen moeten we hiermee nog beginnen.
Zo zijn de leken hier enorm betrokken in de pastoraal. In Vlaanderen is de kerk nog erg clericaal: er wordt enorm veel verwacht van de priester. Doordag Brazilië nooit een overvloed aan priesters kende, diende het godsvolk noodgedwongen veel meer verantwoordelijkheid te nemen. Zo wordt de zorg de plaatselijke kerken en wijkkapellen volledig gedragen door de leken. Ook de (volwassenen)catechese wordt hier sterk gedragen door leken. De zusters nemen hierin ook een grote rol op zich. In de liturgie nemen lekenvoorgangers een grote rol op zich, zowel voor de zang als voor de inleidende teksten en de praktische zaken tijdens de viering. Het zijn die voorgangers die ook de uitvaarten voorgaan, de woorddiensten, ...
Brazilië kent wel nog geen secularisatie. Een groot percentage van de Brazilianen is gedoopt, maar velen van hen gaan ook naar sectaire bewegingen.
Wat de Braziliaanse kerk naar mijn mening ook nog wat kan leren in de eenheid bewerken. Hier zijn er verschillende kampen in de kerk: rechts en links, waarbij de eersten de trouw aan het centraal gezag en de doorleefde liturgie heel centraal stellen terwijl de tweede groep alle aandacht zet op de actieve inzet voor de armen en de maatschappelijke strijd tegen onrecht.
Ik denk dat we in Vlaanderen wat meer de twee belangrijkste geboden van Christus: de liefde voor God en de liefde voor de medemens combineren, in een tweesporenpastoraal die aandacht heeft voor een sterk gebedsleven en daadwerkelijk maatschappelijk engagement.
Wat ik in Brazilië ook enorm waardeerde was de eenvoud waarmee alles gebeurt. In Vlaanderen zijn we soms bezig met ellenlange vergaderingen over visieteksten en over hoe we het allemaal doen. De Brazilianen beginnen er gewoon mee, vanuit een groot godsvertrouwen. Dat kunnen we in Vlaanderen ook van hen leren. Brazilianen geloven. Ze kiezen bewust om naar de communie te gaan of niet, ze bidden, soms wat devotioneel maar heel oprecht. Ze dragen de kerk ook financieel, hoe arm ze ook zijn. Een kapel komt er als de gemeenschap er de middelen voor samen vindt, anders gebeurt de viering gewoon in een school. De gemeenschap draagt bij in de kosten van de priester, die in Brazilië van het bisdom (niet van de overheid) enkel een minimumwedde krijgt.
Dom Andre was erg geïnteresseerd in mijn indrukken van deze inleefreis. Ik was enorm geboeid door zijn bevindingen omtrent de kerk en omtrent de ervaringen die hij had als missionaris en als bisschop.
Zo was de lange reis naar Salvador vlug voorbij. In de luchthaven ging ik in zijn plaats aanschuiven, terwijl hij de auto parkeerde en de zusters zocht die de auto gingen meenemen. Alles verliep heel vlot en 's avonds mocht ik te genieten van de grote gastvrijheid van zr. Ines en de zwartzusters van Betel.

Geen opmerkingen: